Media
Om jullie een idee te geven van de onderwaterwereld, vind je hieronder fotoreportages en video's terug van zowel binnenlandse als buitenlandse duikplekken. Door op een van de foto's te klikken, start er een slideshow in een nieuw venster. De video kan ook door er op te klikken in een nieuw venster bekeken worden. Sommige foto of video reportages hebben ook nog een verslag er bij zitten.
Examen 1*D 02 maart 2012 |
Maar liefs negen kandidaten 1*D slaagden op 02/03/2012 voor hun theorie examen en hun zwembadproeven. Baerts Steff, Bisschops Fabiënne, Cortjens Fran, Fonke Jonnick, Fonke Steuwie, Nievelstein Sophie, Vanstreels Evelien, Yang Thomas en Franken Patrick. Een Dikke Proficiat!!! lees meer ... Foto's © Fonke Leon |
|
|
Examen 1*D 02/03/2012 |
Examen 1*D 02 maart 2012 lees meer ... Filmpje © Fonke Leon
|
|
|
Reisverslag Komodo 2009 |
KOMODO = Kolossaal Mooi Duiken! Dat de spectaculaire onderwaterwereld van Indonesië enkele van de beste duikplaatsen van de wereld herbergt, mochten we al ervaren: we doken reeds in Manado (Noord-Sulawesi), op Selayar (Zuid Sulawesi) en Raya Ampat (West Irian Jaya). Deze keer stonden de ‘drakeneilanden’ Komodo en Rinca – twee van de 13.000 eilanden van Indonesië - op ons programma. Het bleek een topbestemming die voldeed aan al onze verwachtingen. lees meer ...
Ligging Komodo is gelegen ten westen van het bekende eiland Flores, in centraal-Indonesië. We bereiken onze bestemming via Singapore en Denpassar (Bali), om dan een binnenlandse vlucht te nemen tot Bima (op het eiland Sumbawa), waar ons schip, de S/Y Siren (Sampai Jumpa Lagi) aangemeerd ligt. De regio staat bekend om de vele kleine en middelgrote eilandjes, die zich naar het westen toe uitbreiden in de richting van Sumbawa. Dit is het gebied waar de duikplaatsen zich bevinden en het is een van de mooiste delen van deze regio. Gezien vanaf het dek van onze boot vormt de vlakke, ongelofelijk blauwe zee, besprenkeld met tientallen ruige, heuvelachtige eilandjes, het perfecte beeld van een tropisch paradijs. Een groot deel van de eilanden in dit gebeid behoort tot het Komodo National Park, hetgeen betekent dat de riffen en stranden door de overheid worden beschermd. Het gebied tussen de eilanden Rinca en Komodo wordt door kenners “Current City” genoemd, ofwel “Stromingstad”, hetgeen synoniem staat voor een ongelofelijke veelheid en verscheidenheid aan zowel groot als klein leven. De kracht en onvoorspelbaarheid van plaatselijke stroming is werkelijk verbazend en staat garant voor avontuur. Het gebied mag zeker nog gerekend worden tot de onontdekte schatten van Indonesië. Een groot aantal duikplaatsen is nog zeer maagdelijk en zelfs nog volledig onbekend.
Reistijd en tijdverschil In Indonesië is het ’s zomers 6 uur later dan in België. Houdt dus rekening met enige jetlag. We vliegen van Frankfurt naar Singapore (ongeveer 12 uur vliegen) en vliegen vandaar verder naar Denpasar op Bali (3 uur vlucht). Na een welverdiende overnachting bereiken we met een korte binnenlandse vlucht Bima (1 uurtje vliegen); de bus wacht ons op en na nog eens 45 minuten bereiken we ons mooi schip. Indonesië heeft een klassiek tropisch klimaat, gekenmerkt door een droog- en een regenseizoen. Voor de meeste delen van Indonesië valt het droge seizoen voornamelijk in de periode van april tot en met oktober. Het regenseizoen valt in de maanden tussen november en maart; nochtans regent het tijdens dit seizoen zelden ononderbroken. Het droge seizoen is uiteraard de beste reistijd: het water is warmer, de zee rustiger en het zicht beter. Boven water is de temperatuur gemiddeld 30°C.
S/Y Siren
 | S/Y Siren | Het zeiljacht (S/Y = sailing-yacht) Siren is een prachtige houten tweemaster, voorzien van alle comfort. Het schip telt 8 hutten voor telkens tenminste twee gasten en biedt tevens plaats voor tenminste 12 bemanningsleden. Alle hutten zijn voorzien van alle luxe (airco, toilet en douche, TV/computer die zelfs verbonden is aan het eigen netwerk aan boord, hetgeen het mogelijk maakt elkanders foto’s digitaal uit te wisselen). Het schip meet 40 meter en is voorzien van een 500 PK Hino motor. Voor meer en gedetailleerde informatie verwijzen we graag naar het artikel “Thailand: de ‘maiden voyage’ van de Sampai Jumpa Lagi” van Marleen Buntinx, verschenen in Hippo nr. 217 – februari 2008). De vier dagelijkse maaltijden zijn van uitstekende kwaliteit. Alle drank (water, frisdranken en bier) zijn inclusief. Tussen de duiken mag uiteraard geen alcohol gedronken worden. Het schip is voorzien van een mooie ruime leefruimte waar voor elke duik via een groot flatscreen duidelijke briefings gegeven worden. Op het zonnedek, voorzien van voldoende ligbedjes, is het steeds rustig en aangenaam toeven. Het gezellige achterdek, waar ook alle maaltijden genomen worden, is tevens een gezellige praathoek. Het voordek is volledig gereserveerd voor het duikgebeuren: alle flessen (en duikers) hebben hun vaste stek. Iedereen heeft zijn eigen opbergkastje, hetgeen de orde aan boord perfect maakt. Voor elke duik maakt de bemanning de flessen volledig klaar: in het begin een beetje raar voor wij die normaal alles zelf doen, maar na enkele duiken supercomfortabel. Iedereen heeft zijn eigen handdoek, die na elke duik door de bemanning te drogen gehangen wordt. Alle flessen worden gevuld met Nitrox 32 (ook in de prijs voorzien). Voor iedere duik controleer je je zuurstofgehalte en teken je af voor “akkoord en gezien”. Het schip is tevens voorzien van een zeer ruime apotheek. De bemanning staat voltijds 100% ter beschikking van de gasten. Aan dehydratatie is ook gedacht: onze duikgidsen raden ons meer dan eens aan om voldoende water te drinken; zelfs ORS-zakjes worden gratis ter beschikking gesteld. Deze mensen weten waar ze mee bezig zijn en laten niets aan het toeval over!
Het duiken Elke dag wordt er vier maal gedoken: telkens om 07.30 u, om 10.30 u, om 15 u en om 18.30 u (nachtduik). De briefings zijn to the point en de duikplaatsen worden tot in detail beschreven via een projectie op flatscreen. Wij waren met enkel ervaren duikers aan boord en genoten een zeer grote vrijheid. De duikgidsen staan volledig ter beschikking en tonen ons de mooiste bezienswaardigheden, van plaats to plaats zeer verschillend. Ook aangaande duikdiepte en duiktijd worden we zeer vrij gelaten, zolang uiteraard de veiligheid dit toestaat. Nooit worden opmerkingen gemaakt over het bovenkomen met “te weinig lucht” (bv. 20 bar over op het einde van de duik). We duiken telkens vanaf twee zodiacs en worden begeleid door zeer ervaren duikgidsen. Je mag ook zelfstandig duiken zonder duikgids, maar al snel wordt duidelijk dat het veel nuttiger is om onze plaatselijke instructeurs te volgen: zij weten natuurlijk het beste waar op welke duikstek wat te zien is. De variëteit aan leven is formidabel. Iedere duik opnieuw verbazen we ons over de kleurenpracht van de riffen en vooral zeeveren, alsook aan de diversiteit aan onderwaterleven. Teneinde ons toe te laten alles te kunnen registeren, wordt na iedere duik door onze gidsen het elektronische duiklogboek aan boord ingevuld en geprojecteerd, met vermelding van de duikplaats, diepte en tijd, zichtbaarheid informatie over de stroming en exacte vermelding van geobserveerd onderwaterleven, mooi ingedeeld in volgende subgroepen: vissen, naaktslakken en geleedpotigen (kreeftachtigen). Zo zagen wij (onder meer!) volgende vissen: witpuntrifhaaien, epaulettehaaien, grijze rifhaaien, manta’s, tonijnen, makrelen, koffervissen, egelvissen, zaagvissen, blennies, grondels, hagedisvissen, buffelkopppagaaivissen, buisalen, murenen, schorpioenvissen, steenvissen, hengelaarsvissen (in alle kleuren!), fluitvissen, trompetvissen, anemoonvisjes, spookfluitvissen, zeepaardjes, tongen, “spiny devilfish” (inimicus), tandbaarzen, roggen, gobies, bladvissen, voorhoofdschommelvissen, pitvissen, vlaggebaarsjes, trekkersvissen, keizervissen, alen, doktersvissen, napoleonvissen, krokodilvissen, lipvissen, fusiliervissen, wimpelvissen, sergeant-majoors, vleermuisvissen, vlindervissen, enz. enz. Een greep uit de massa’s (!) naaktslakken: Chromodoris magnifica & kunei & leopardis, Nembrotha chamberlaini & christata & rutilans & purpureolineata, Hypselodoris bullockii & maculosa & kubaryana, Flabellina rubrolineata & bicolor, Glossodoris lineata, Jorrunna funebris, Phidiana indica, Thecacera pacifica enz. enz. Ook de veelheid aan kreeftachtigen is duizelingwekkend: xeno-krabben, mesheft garnalen, proceleinkrabben, bidsprinkhaankreeften, oerangoetangcrabben,eierschaalgarnalen, sponskrabben, boksergarnalen, heremietkreeften, spincrabben, en. We hebben het dan nog niet gehad over de wonderpussy’s (octopussen), zeeslangen, vele schildpadden en bij wijlen dolfijnen! Niet enkel het onderwaterleven op zich is enorm gevarieerd, ook de duikplaatsen zelf zijn zeer verschillend: zo duiken we op koraalriffen met soms steile wanden, dan weer op zwarte lavabodems met hun specifieke diersoorten, om af te wisselen met gewone zandbodems waar we een aantal “muck-dives” doen op zoek naar “critters” (nvdr: zonderlinge en ongebruikelijke, vreemd uitziende zeedieren). Tijdens de 35 duiken die wij mochten maken, hebben we ons op geen enkel moment verveeld. Het was steeds genoten van de vorige duiken en uitkijken naar de nieuwe verrassingen die ons de volgende duiken nog te wachten stonden.
Reuzenvaranen
 | Komodo Nationale Park |
 | Reuzenvaranen | Niet alleen onder water is het interessant om Komodo en Rinca te bezoeken. Tot de grootste attracties in het gebeid behoren immers de befaamde en berucht komodovaranen, enorme gepantserde hagedissen (lengte +/- 4 meter), die alleen op de eilanden Komdodo en Rinca worden aangetroffen. Vandaar de bijnaam “drakeneilanden”. Het was dan ook absoluut de moeite waard op een voormiddag niet te duiken en een bezoek te brengen aan het Komodo-nationale Park. Het lokken van varanen met vers geslachte geiten is ondertussen afgeschaft, maar we zagen toch een haal aantal varanen, die trouwens niet ongevaarlijk zijn. Ze zien er lui en traag uit, maar schijn bedriegt: ze kunnen plots en zeer snel een aanval inzetten en zijn ook v oor mensen gevaarlijk. Wij moeten daarom steeds een afstand bewaren van ten minste 5 meter. De gidsen hebben trouwens lange houten stokken bij om de beesten indien nodig af te weren. De tijd die wij op Komodo verbleven bleek een zeer goede investering.
Besluit Over het duiken rondom Komodo kan je in feite enkele in superlatieven spreken: zeer veel variatie aan soorten duikplaatsen, hevige en onverwachte stromingen, een ongelofelijke veelheid aan diersoorten. Wie eenmaal is Zuidoost - Azië gedoken heeft, verliest er zijn hart. Wij zeggen slechts “sampai jumpa lagi”, ofwel “tot weerziens”! ***
Tekst en foto’s: René Van Leeuwen |
|
|
|
Reisverslag Frans-Polynesië 2009 |
REISVERSLAG FRANS POLYNESIË - FAKARAVA De droom van elke duiker is het ontdekken van de vele wereldzeeën: bij het lezen van het artikel van Jan Van Praet (Rangiroa, haaienatol in Frans Polynesië) (zie Hippocampus nr. 216 – december 2007) begonnen wij al te watertanden. Dit zou onze volgende duikbestemming worden! Een volledige duikvakantie op Rangiroa werd ons eerder afgeraden door de touroperator, welke ons een tweede atol adviseerde: Fakarava. Wat? Nooit eerder van gehoord… Toch lieten we ons overtuigen om, naast Rangiroa, ook op Fakarava te duiken. Indien Rangiroa het haaienatol in Frans Polynesië is , is Fakarava de “haaienmuur” van Frans Polynesië! lees meer ...
Vooraf: Frans Polynesië
 | Bloemen | In het midden van de Stille Zuidzee, ligt Frans Polynesië: het is samengesteld uit vijf archipels, zich uitstrekkende over een afstand van 2000 km, zowel van oost tot west als van noord tot zuid.
Het “Archipel de la Société”, het meest bekende, verzamelt de meerderheid van de bevolking. Van dit archipel klinken wel twee namen heel bekend in de oren: Tahiti, het eiland met de enige internationale luchthaven in Frans Polynesië, en Bora Bora, de parel van de Stille Zuidzee.
In het oosten ligt het immense archipel van Tuamotu, een conglomeraat van atollen, die door de eerste Europese zeelui de bijnaam “gevaarlijke eilanden” kregen. Het archipel “Gambier” vormt hiervan een aanhangsel in het zuidoosten.
In het noordoosten vinden we de Markiezeneilanden die vooral bekendheid verwierven omwille van schilder Gauguin en zanger Jacques Brel.
In het zuiden tenslotte strekken zich de lange ketting eilanden uit van de groep “Les Australes”.
De “Polynesische driehoek” wordt gevormd door de Hawaii eilanden (in het noorden), de Paaseilanden in het oosten en Nieuw – Zeeland in het zuiden.
Frans Polynesië heeft het statuut van overzees gebied van Frankrijk, en geniet van een zekere autonomie (Frans Polynesië heeft zijn eigen parlement). De visvangst vormt de grootste bron van inkomsten. Het Tahitisch en het Frans zijn de twee officiële talen. In Polynesië is het ’s winters 11 uur vroeger dan in België. (‘s zomers 12 uur!)
Frans Polynesië kent een typisch tropisch klimaat, met twee onderscheiden seizoenen: het regenseizoen (van november tot april) en het droge seizoen (van mei tot oktober). Vooral op de bergachtige eilanden (Tahiti, Morea en Bora Bora) zijn de maande februari en maart nat, terwijl de regenbuien zich op het Tuamotu-atol beperken tot enkele uren per dag (of nacht). De temperatuur overschrijdt zelden de 30 graden en daalt praktisch nooit onder de 25 graden. In Frans Polynesië kan men het hele jaar door duiken. De temperaturen van het water schommelen tussen 26 en 29 graden gedurende het ganse jaar.
De munt van Frans Polynesië is de CFP (Franse Polynesische frank). De koers is gekoppeld aan deze van de euro: zo is één euro 119 CFP waard. Het geven van drinkgeld is in Polynesië niet gebruikelijk. Evenmin wordt er afgedongen op de prijzen (met uitzondering van de verkoop van parels en van bepaalde kunststukken).
De gebruikelijke elektriciteit is 220 volt en in Polynesië gebruikt men dezelfde stopcontacten als in Frankrijk en België.
In Polynesië hebben wij zeer goed gegeten. De keuken combineert verschillende invloeden: Franse keuken, Chinese alsook Italiaanse keuken en traditionele Polynesische keuken. Vooral de beroemde “poisson cru au lait de coco” is overheerlijk, alsook de tartaar van tonijn (beide visgerechten worden bereidt met rauwe tonijn – overheerlijk en zeer goedkoop). In de lokale restaurants betaal je niet meer dan 10 euro voor een maaltijd (niet alcoholische drank inbegrepen).
Frans Polynesië bereiken is op zich geen probleem, maar men moet rekening houden met een totale reisduur van tenminste 36 uur (wachttijden inbegrepen). Wij vlogen van Düsseldorf tot Parijs (1 uur) om van daaruit 12 uur later in Los Angeles te landen. Vanuit LA bereikten we Tahiti na bijna 9 uur vlucht. Vandaar zijn een zeer groot aantal eilanden bereikbaar via een laatste korte vlucht van ongeveer 1 uur. Na een reis van totaal 36 uur (die nochtans slechts 1 dag duurde – rekening met een tijdsverschil van 11 uur) – bereikten we onze bestemming, zonder enige vertraging.
De atols van het archipel Tuamotu.
Alle eilanden van het Tuamotu-archipel (op één uitzondering na) zijn atols.
Een atol bestaat uit een rifkroon of een koraalbarrière die een lagune omsluit. Deze landtong bestaat uit kalkhoudende koralen, die een hoogte bereiken van maximum 3 à 6 meter. Deze rifcirkel wordt onderbroken door openingen, “passen” genoemd, alsook veel minder diepe passen: de zogenaamde “Toa” via dewelke het oceaanwater in en uit de lagune kan stromen (afhankelijk van het getij).
De afmetingen van de lagunes van Tuamotu zijn zeer variabel: sommige overschrijden nauwelijks 1 à 2 km, terwijl anderen werkelijke binnenzeeën bij .
Rangiroa en Fakarava
Voor wat betreft de duiken op Rangiroa – waar we 11 duiken maakten - verwijzen wij graag naar het artikel van Jan Van Praet (zie hippo nr. 216 – december 2007): wij doken achtereenvolgens in de Vaturu- en in de Tiputa-pas waar wij duik na duik vele haaien zagen, scholen barracuda’s zagen passeren, het vaste regelmaat schildpadden ontmoetten, en meer dan eens dolfijnen, manta’s, napoleonvissen, remora’s en nog ander veel moois tegenkwamen.
Het vermelden waard is zeker een avondduik waar wij de voorplanting van doktersvissen konden observeren: net voor zonsondergang verzamelen zich grote scholen doktersvissen aan het rif om er hun zaad en eicelletjes in het water af te zetten. De doktersvissen zwemmen plotseling in groepjes naar boven en veroorzaken een “ontploffinkje” (contact tussen zaad en eicellen). Werkelijk de moeite waard om te zien!
Indien de duiken op Rangiroa al tot de verbeelding spreekt, dan behoort Fakarava tot de absolute superlatieven wat het duiken betreft. Wij maakten er 10 duiken. Ongeveer 200 km noordoostelijk van Rangiroa ligt Fakarava, een atol van 50 km lang en 40 km breed (1140 km2). Dit atol bezit een enorm toeristisch potentieel maar de bebouwing is nog erg beperkt. Op dit eiland kan men nog steeds Robinson Crusoë spelen en men kan er nog duiken op beperkt bezochte plaatsen.
De noordpas (Garuae) is één van de grootste in Frans Polynesië met een breedte van 1,6 km. Nog spectaculairder is de smalle zuidpas van Tumakohua, die zich bevindt bij het afgelegen dorp Tetamanu. De zuidpas (waar zich een zeer eenvoudig, doch een charmant pension bevindt alsook een Duits duikcentrum) is enkel bereikbaar via boot (1,5 uur varen met RIB – 200 PK bij vlakke zee). Zowel de noord- als de zuidpas zijn een ware droom voor iedere rechtgeaarde duiker: met het ritme van de getijde, vloeit de oceaan de lagune in en enkele uren later weer uit de lagune. Dit veroorzaakt stromingen die vaak de 5 knoop overschrijden. Met deze stromingen worden grote scholen vis vanuit de oceaan meegevoerd. Deze beide passen vormen een echt ontmoetingspunt voor grootvis: in het bijzonder voor verschillende soorten haaien: tijdens één enkele duik zagen we grijze haaien, zwartpunthaaien, witpuntrifhaaien, zilverpunthaaien, verpleegsterhaaien en zwartvinhaaien (requin bordé of carcharinus limbatus).
Tijdens de vier duiken die wij konden maken op de zuidpas werden wij geconfronteerd met een “muur van haaien”: naast één van de rifmuren verblijft quasi constant een groep van honderden (!) grijze haaien. Wij hebben dit fantastische schouwspel mogen beleven en gedurende dertig minuten, op een relatief beperkte diepte van 20 meter, tussen deze haaien mogen vertoeven. De indrukwekkende dieren naderden vaak tot op minder van een halve meter afstand! Uiteraard zijn er naast haaien ook nog veel andere vissen te zien zoals grote tonijnen, scholen barracuda’s, napoleonvissen, dikke murenen, trompetvissen en fluitvissen, scholen “jacks”, steenvissen, koraalduivels, clownvisjes, naaktslakken, scheermesvissen, octopussen, koraalklimmers, merou’s, platvissen enz.
Houdt zeker rekening met een bij wijlen zeer zware stroming en een niet geringe golfslag bij het bereiken van de oppervlakte. Het duiken op Fakarava veronderstelt een zekere “zelfredzaamheid” van de ervaren duiker.
Het duiken
De duikcentra worden gekenmerkt door “Franse stijl”: er wordt gedoken met stalen 12 liter luchtflessen, de briefing is zeer rudimentair en het duiken “kort en krachtig”; er wordt verondersteld dat de leden van elke duikgroep – steeds begeleid door een plaatselijke instructeur die de duikplaats en de bodemgesteldheid zeer goed kent – tegelijkertijd te water gaan met een achterwaartse val vanaf de zodiac en zich treft op een diepte van ongeveer 10 meter. Diepere duiken (tot ongeveer 50 meter, maar indien gewenst ook dieper) zijn helemaal geen uitzondering, net zomin als decompressieduiken. Op Fakarava (net zoals op Rangiroa) worden in principe twee bootduiken per dag voorzien, ‘s morgens om 08.00 uur en een tweede omstreeks 14.00 uur (gedeeltelijk afhankelijk van het getij). Nachtduiken worden niet gemaakt, omwille van de zware stromingen maar ook omwille van het bijgeloof van de plaatselijke Polynesische bevolking, die gelooft dat varen na zonsondergang ongeluk brengt (bijna alle schippers zijn Polynesiërs).
De vaartijd op Rangiroa is beperkt tot een 10 tal minuutjes, terwijl op Fakarava de noordpas bereikbaar is op ongeveer 40 minuten, terwijl de zuidpas (bij vlakke zee) een verplaatsing van ongeveer 1,5 uur vereist.
Gedoken wordt vanaf zeer professionele zodiacs welke worden aangedreven door een binnenboord dieselmotor van 200 PK. De boten worden zeker niet “overladen” en wij doken vaak alleen met onze duikgroep (6 duikers + 1 instructeur) aan boord, dus in grote “luxe”.
Wij logeerden in zeer eenvoudige doch tevens zeer propere strandbungalows, voorzien van douche, wc en het zeer noodzakelijke muskietennet. Ook het duikcentrum in Fakarava is erg professioneel ingericht. Het duikmateriaal is er erg veilig, en we kunnen het ‘s nachts zelfs buiten laten hangen.
Besluit
Duiken is Frans Polynesië is werkelijk fantastisch, vooral als je van haaien houdt. Ook duiken met dolfijnen in quasi gegarandeerd op Rangiroa. Vooral de combinatie Rangiroa - Fakarava is ideaal en doet ons al dagdromen van een nieuwe reis naar deze formidabele bestemming.
***
Tekst: René Van Leeuwen Foto’s: René Van Leeuwen
|
|
|
|
Film Boschmolenplas |
Een film van Bjorn Henkens. lees meer ... Duiken in de Boschmolenplas te Panheel (NL)
|
|
|
|